Huis Tuin
# Home & Garden >> Huis Tuin > >> Home Design & Decor >> verlichting
Hier ziet u hoe de temperatuur bewegingsgeactiveerde lichten kan beïnvloeden:
1. Hoge temperaturen :Als de omgevingstemperatuur te hoog is, neemt het IR-stralingsniveau op de achtergrond toe, waardoor het voor de bewegingssensor moeilijk kan worden om veranderingen in IR-straling als gevolg van beweging te detecteren. Het gevolg is dat het licht niet aangaat wanneer dat zou moeten.
2. Lage temperaturen :Als de omgevingstemperatuur te laag is, neemt het IR-stralingsniveau op de achtergrond af, waardoor het voor de bewegingssensor ook moeilijk kan worden om veranderingen in IR-straling als gevolg van beweging te detecteren. In dit geval kan het licht aangaan als er geen beweging is of langer blijven branden dan nodig is.
3. Temperatuurschommelingen :Snelle temperatuurschommelingen, zoals die optreden wanneer een kamer voor het eerst wordt verwarmd of gekoeld, kunnen ook de gevoeligheid van bewegingssensoren beïnvloeden, waardoor ze vals alarm activeren of daadwerkelijke beweging missen.
Bewegingssensoren hebben een gespecificeerd bedrijfstemperatuurbereik waarbinnen ze zijn ontworpen om goed te functioneren. Ze presteren doorgaans optimaal binnen een gematigd temperatuurbereik, doorgaans tussen 32 °F (0 °C) en 100 °F (38 °C). Buiten dit bereik kan de gevoeligheid en nauwkeurigheid ervan in gevaar komen.
Het is belangrijk om de gebruikershandleiding van de specifieke bewegingsgeactiveerde lamp te raadplegen voor het bedrijfstemperatuurbereik om een goede werking in de beoogde installatieomgeving te garanderen. Sommige bewegingsgeactiveerde lampen hebben mogelijk ingebouwde temperatuurcompensatiefuncties die de gevoeligheid van de sensor aanpassen op basis van de omgevingstemperatuur, waardoor de betrouwbaarheid van bewegingsdetectie over een groter temperatuurbereik wordt vergroot.
verlichting